1. Feiten leren 
Om te beginnen met leren moeten hoofd- en bijzaken worden gescheiden. Hoofdzaken zijn de belangrijke feiten uit de stof. Je kunt dit doen een markeerstift of in schoolboeken met markeerbriefjes. Zodra je hebt bepaald wat de hoofdzaken zijn kun je deze gaan leren. Dit kan bijvoorbeeld door ze te verwerken op flitskaartjes of in een grammatica samenvatting, mindmap of formule samenvatting.
Vergeet niet om ook afbeeldingen en tabellen te leren. Dit kan bijvoorbeeld door deze over te tekenen met doorzichtige notitieblaadjes.

2. Herhalen, herhalen, herhalen
Nu is het belangrijk om de stof te herhalen. Je kunt beter 4x een half uurtje leren dan één keer 2 uur achter elkaar. Je kunt herhalen met de leermethode die je bij stap 1 hebt gekozen. Flitskaartjes kun je bijvoorbeeld verdelen over twee stapels. Één stapel met flitskaartjes die je al kent en één met kaartjes die je nog wil oefenen. Wil je met flitskaartjes en de Leitnermethode leren? Kies dan voor de handige Leitnerbox! Een mindmap of samenvatting kun je verbeteren of uitbreiden met ezelsbruggetjes of voorbeelden.

3. Laatste lastige dingen
Kun je iets niet onthouden? Bedenk dat een ezelsbruggetjes of teken er iets bij. Je kunt de laatste lastige dingen ook op een briefje schrijven en deze op de deur van de wc plakken. Iedere keer dat je op het toilet zit kun je dit briefje doornemen. Snap je iets niet? Vraag dan jouw docent, ouders of een klasgenoot om hulp. Je kunt ook YouTube gebruiken om extra uitleg te krijgen. Daar zijn allerlei docenten en andere experts die de stof nog eens uitleggen. Lukt het niet om de stof toe te passen? Dan is het goed om extra te oefenen.

4. Toepassen & inzicht
Nu is het tijd om verder te kijken dan je neus lang is. Bij toepassen en inzicht is het belangrijk om te oefenen. Maak bijvoorbeeld zelf oefenvragen, oefen met bronnen en figuren lezen en bedenk wat verschillende feiten met elkaar te maken hebben. Trek bijvoorbeeld lijnen op een mindmap. Ook kun je met kleuren thema’s aanbrengen. Zo kun je de stof nog beter onthouden en aan elkaar koppelen.

5. Checken
Bewaar deze stap niet tot de dag voor de toets! Het is veel slimmer om al eerder te checken hoe goed het gaat. Zo kun je bepalen hoe vaak en wat je nog moet leren. En wat je niet meer hoeft te leren omdat je het al goed kent! Doe dit door een oefentoets te maken of laat jezelf overhoren, bijvoorbeeld met de flitskaartjes die je hebt gemaakt. 

Als je goed scoort bij de laatste stap weet je dat je klaar bent voor de toets! Je vindt deze stappen ook in het Leer slim leren e-book en op de pUber poster. Deze poster zit bijvoorbeeld in onze meest populaire box met schoolspullen, de Stap voor stap slim leren box.
Wil je meer hulp bij slim leren? Dan is onze Slim leren bijles misschien iets voor jou!