De basis
– Begin met het onderwerp in het midden.
– Voeg alle subonderwerpen (bijvoorbeeld per paragraaf) toe.
– Schijf hier vervolgens de belangrijke begrippen bij.
– Voeg vervolgens de betekenis van het begrip toe.

Verder uitwerken
– Teken de betekenis van begrippen om het beter te onthouden.
– Werk met kleuren om thema’s te kunnen onthouden.
– Trek lijnen tussen verschillende begrippen die met elkaar te maken hebben, dit helpt bij het toepassen.
– Schrijf bij de lijn wat de twee begrippen met elkaar te maken hebben.
– Voeg voorbeelden toe aan lastige begrippen om het beter te kunnen onthouden en toepassen.

Maak om het overzichtelijk te houden gebruik van:

– Leestekens
– Opsommingen
– Schema’s 
– Verschillend formaat van de woorden/titels
– Tekeningen
– Kleuren

Wanneer een mindmap?

Je kunt een mindmap maken tijdens de toetsvoorbereiding. Dit kan voor bijvoorbeeld geschiedenis, natuurkunde of aardrijskunde. Maar ook voor talen kun je leren door een goede mindmap te maken. Bijvoorbeeld met grammatica of alle woordjes per thema met tekeningetjes van de betekenis.

Je kunt een mindmap ook wekelijks maken voor lastige vakken. Door iedere week van de stof die tijdens de les behandeld is meteen een mindmap te maken verwerk en onthoud je de stof beter. Ook helpt dit je om in stukjes de stof te leren. Zo hoef je tijdens de toetsvoorbereiding minder te leren want je weet al heel veel!

Verwerk iedere paragraaf op een nieuw, leeg A4 vel en plak uiteindelijk alle vellen aan elkaar. Zo ontstaat er één grote mindmap waarmee je verder aan de slag kunt, bijvoorbeeld met kleuren thema’s en pijlen tussen verschillende begrippen.